Glutenvrije granen - Gierst

Home Toepassing in de voeding Productie Ziekte Glutenvrije voeding Gluten check Gierst Bronnen Contact

 

Coeliakie

Uitspraak: seuliakíe of glutenenteropathie ook wel inheemse spruw genoemd is een aangeboren gluten-intolerantie, veroorzaakt door een immunologische reactie tegen gluten. Gluten is een eiwitbevattende stof die voorkomt in tarwe, rogge, haver(1), spelt, kamut en gerst. Gluten zijn in principe onschuldige stoffen, niet-darmvlokkengiftig en voedzaam, maar bij mensen met coeliakie reageert het lichaam toch zeer heftig op deze gluten. Het afweersysteem van deze mensen herkent de gluten als "gevaarlijk" en er zal een immunologische en ontstekingsreactie ontstaan. Het lichaam maakt anti-lichamen aan om de als indringer beschouwde gluten te bestrijden.

 

Er ontstaat een darmontsteking ter hoogte van het jejunum (een deel van de dunne darm) met een atrofie (=afsterven) van de darm-vlokken tot gevolg.

 

Hierdoor worden voedingsstoffen niet meer goed opgenomen (wat onder andere tot energieverlies en vermagering leidt, en bij kinderen tot een slechte groei) en ontstaat een vettige, diarree.

Mogelijke symptomen zijn:

• chronische diarree • verstopping
• afwijkend ontlastingpatroon • smeuïge, stinkende ontlasting
• overmatige ontlasting (zogenaamde remsporen) • depressiviteit
• opgeblazen gevoel • buikpijn
• misselijkheid • gewichtsverlies
• winderigheid • botontkalking
• bloedarmoede • vermoeidheid
• humeurigheid • onvruchtbaarheid
• miskramen • neurologische afwijkingen

Het voorkomen en de ernst van bovengenoemde symptomen variëren van persoon tot persoon en zijn niet altijd gerelateerd aan het maag-darmkanaal. Sommige symptomen kunnen worden verward met prikkelbaar darm syndroom (PDS) of een tarwe-allergie. Ook worden deze symptomen vaak gerelateerd aan stress of zelfs ouderdom.

Ook op volwassen leeftijd kan alsnog glutenintolerantie ontstaan. Chronische vermoeidheid, buikpijn, diarree en botontkalking zijn veel gehoorde klachten. Het risico op onvruchtbaarheid en miskramen is verhoogd.
De ernst van bovengenoemde klachten verschilt van persoon tot persoon, maar mensen met coeliakie hoeven niet altijd (deze) klachten te hebben. Dit wil overigens niet zeggen dat coeliakie geen nadelige gevolgen voor de gezondheid heeft.

In tegenstelling van wat er altijd gedacht wordt, is het niet zo dat iemand met coeliakie altijd ondergewicht of ongewenst gewichtsverlies heeft: de meesten hebben een normaal gewicht of zelfs overgewicht wanneer de diagnose wordt gesteld.

Bij mensen met coeliakie kunnen bepaalde aandoeningen vaker optreden. Doordat het darmslijmvlies is aangedaan kunnen sommige mensen niet tegen lactose (=melksuiker). Een (tijdelijk) lactosebeperkt dieet wordt dan aangeraden. Ook komt bij deze groep patiënten diabetes mellitus type 1 (insuline afhankelijke suikerziekte) vaker voor dan bij de rest van de bevolking evenals bepaalde schildklierafwijkingen (een te snelle werking van de schildklier). Mensen met het syndroom van Down hebben tevens een verhoogde kans op coeliakie.

Bij baby's kunnen klachten van het maag-darmkanaal optreden wanneer overgegaan wordt van borstvoeding naar introductie van gluten vanaf de zesde levensmaand. Denk hierbij aan het geven van een 'broodkorst', pap op basis van tarwebloem.

Veel mensen weten niet eens dat ze Coeliakie (of inheemse Spruw) hebben en nemen de klassieke symptomen als diarree, gebrek aan eetlust en verstoppingen voor lief, in de hoop dat slechts gaat om een kortdurende maag of darm klachten. Ook kunnen zij last hebben van depressies, huid problemen, slapeloosheid, gebrek aan ijzer en gewichtsverlies.

Bij een verdenking op Coeliakie of Spruw is het raadzaam een bloedtest door te voeren. Een voortijdige diagnose kan de kwaliteit van het leven van deze patiënten gunstig beïnvloeden. Zodra u weet dat uw lichaam negatief reageert op Gluten kunt u de symptomen tegengaan door producten met gluten niet meer tot u te nemen. Een tijdige diagnose van Coeliakie kan tevens ernstige vervolg ziekten als Osteoporose en Darmkanker helpen voorkomen.

 

De gouden standaard voor de diagnose coeliakie is het duodenumbiopt. De afwijkingen hierin, te weten toename van IEL, verdieping van de crypten en vlokatrofie, worden meestal geclassificeerd volgens Marsh (tabel hieronder)

Marsh

IEL

per 100 epitheelcellen

Crypten Vlokatrofie
0 <40 Normaal GEEN
I >40 Normaal GEEN
II >40 Hyperplasie GEEN
IIIa >40 Hyperplasie Partieel +
IIIb >40 Hyperplasie Subtotaal ++
IIIc >40 Hyperplasie Totaal +++

 

 

Marsh classificatie van afwijkingen in het duodenumbiopt

 

 

 

 

Een tweede vereiste voor de diagnose coeliakie is het vaststellen van de relatie tussen de symptomen en gluten gebruik. Dit gebeurt in de regel door het klinisch en histologisch herstel op een glutenvrij dieet te evalueren; in moeilijke gevallen wordt vervolgens ook nog een gluten-challenge verricht om zekerheid t.a.v. de diagnose te krijgen.